Stanislas Horvat
2006, jaar van vooruitgang voor het internationaal humanitair recht
Zoals elk jaar was 2006 een jaar vol gebeurtenissen op het vlak van het
internationaal humanitair recht. De oorlog in Libanon, de aanhoudende crisis in
Darfoer, de geheime detentie en overbrenging van verdachten door de CIA in
derde Staten en de detentie en de « bijzondere » ondervragingstechnieken in
verschillende Amerikaanse detentiecentra, het proces en de terechtstelling van
Saddam Hoessein, de crisis in Somalië, het overlijden van Augusto Pinochet,
de verwijzing van de voormalige Liberiaanse president Charles Taylor naar
het bijzonder Tribunaal voor Sierra-Leone, de nucleaire hoogspanning met
Iran en Noord-Korea, om er maar enkele aan te halen.
Het is onmogelijk om elk van de markante gebeurtenissen van het voorbije
jaar in dit voorwoord te bespreken. We pikken er maar enkele uit.
Het proces tegen Saddam Hussein bood een droomgelegenheid om het
internationaal recht te doen zegevieren en het belang te onderstrepen van
de bestraffing van de misdaden tegen de Mensheid. Helaas werd deze
gelegenheid verkwanseld door de weigering om de ex-dictator voor een
internationaal tribunal te brengen en de manier waarop zijn proces voor
een Irakese rechtbank werd georganiseerd en gevoerd. De mallemolen aan
rechters, aangesteld of afgezet door de – manifest anti-Hoessein gezinde
– regering, de intimidatie en zelfs moorden op sommige advocaten van de
beschuldigde en het houden van zittingen waarop de advocaten niet werden
toegelaten waarborgden geen “eerlijk proces”. De bijna heimelijke executie in
een kelder, op de vooravond van het jaareinde, door een aantal gemaskerde
beulen die de veroordeelde beschimpten gaf al geen beter beeld van de
justitie. Het werd een gemiste kans om aan de wereld te tonen dat Recht
meer is dan wraak.
Het Internationaal Strafgerechtshof heeft daarentegen niet gefaald in 2006.
In maart werd Thomas Lubanga Dyilo, vermoedelijke leider van de Union des
Patriotes Congolais, beweging die kinderen van minder dan vijftien jaar heeft
ingelijfd om deel te nemen aan het gewapend conflict in de Democratische
Republiek Congo, werd aan het Hof uitgeleverd door de Congolese overheid. In
de Democratische Republiek Congo ontstond door de presidentsverkiezingen
dan weer de hoop dat de vijandelijkheden uiteindelijk beëindigd zouden
worden.
2006 zag ook een belangrijke stap in de goede richting wat de aanvaarding
van het internationaal humanitair recht betreft, doordat de Verdragen van
Genève van 1949 een universele ratificatie verkregen. De eerbiediging
van het internationaal humanitair recht door de troepen en het personeel
tijdens operaties van de VN en van andere internationale organisaties
blijft echter zorgen baren. Het Bulletin van de Secretaris Generaal van de
VN van 1999 op de Naleving van het Internationaal Humanitair Recht door
de Troepen van de Verenigde Naties was destijds een stap vooruit op dit
vlak, maar een onvoldoende stap, zoals de gebeurtenissen dit jaar nog
maar eens aantoonden. Op de vooravond van de 30ste verjaardag van de
twee Aanvullende Protocollen bij de Geneefse Verdragen en aansluitend
bij hun universele erkenning en bij de door het ICRK gesteunde studie over
internationaal humanitair gewoonterecht, zouden de Verenigde Naties meer
aandacht moeten schenen aan de humanitairrechtelijke verplichtingen van
de troepen onder VN-vlag. 40 jaar na het afsluiten van het Verdrag inzake
Burgerlijke en Politieke Rechten is het hoog tijd dat de Verenigde Naties – en
de andere internationale organisaties – de passende maatregelen treffen
om de maatstaven inzake mensenrechten vast te leggen die haar personeel
moeten binden.
Wapens stonden in 2006 ook in het daglicht. Recente conflicten hebben
inderdaad, eens te meer, de verwoestende kracht aangetoond van de
fragmentatiewapens. België heeft in 2006 een wet aangenomen die de
fragmentatiewapens verbiedt, door hun bezit, productie, opslag, verkoop,
vervoer, invoer of uitvoer te verbieden, waardoor het land het voortouw heeft
genomen van een offensief tegen dat type bewapening, zoals het eerder al
deed inde strijd tegen antipersoonsmijnen.
… een jaar van wetenschappelijke activiteiten
De Internationale Vereniging voor Militair Recht en Oorlogsrecht vierde dit jaar
haar 50-jarig bestaan. Opgericht in 1956 na de mislukte poging tot oprichting
van een Europese Defensiegemeenschap, groeide deze vereniging uit tot een
“ontmoetingsplaats” voor specialisten die alsmaar meer wetenschappelijke
activiteiten ontplooide : congressen, seminaries voor juridische raadgevers,
aanbevelingen, publicaties, enzovoorts. Haar onophoudelijke inspanningen
leverden haar een consultatief statuut op bij de Verenigde Naties. Een korte
historiek van de « Société internationale de Droit militaire et de Droit de la
Guerre » wordt achteraan in dit Tijdschrift opgenomen.
Het XVIIde driejaarlijks congres van de Internationale Vereniging vond ook dit
jaar plaats en brachte meer dan 200 deelnemers uit meer dan 40 verschillende
landen bij mekaar. Het congres had plaats te Scheveningen van 16 tot 21 mei
2006 op uitnodiging van de Nederlandse nationale groep en was gewijd aan
de rechtsregels tijdens de vredesoperaties. Een deel van de congresteksten
wordt in dit Tijdschrift afgedrukt, de teksten van het algemeen thema worden
opgenomen in de Recueil XVII de la Société internationale de Droit militaire et
de Droit de la Guerre, die begin 2007 verschijnt.
Het Belgisch Studiecentrum voor Militair Recht en Oorlogsrecht van haar kant
heeft in samenwerking met de universiteiten van Brussel (ULB) en van Leuven
(KUL), het Belgische Rode Kruis, de Belgische interministeriële Commissie voor
Humanitair Recht en de Internationale Vereniging voor Humanitair Beleid en
de Studie der Conflicten (HPCR) een internationale conferentie georganiseerd
te Brussel op 12 en 13 oktober 2006, over de private veiligheidsfirma’s in
situaties van gewapende conflicten (de zogenaamde « private contractors »).
De bijdragen van deze conferentie zullen gepubliceerd worden in het Tijdschrift
2007.
… en een jaar van veranderingen voor het Tijdschrift voor Militair Recht en
Oorlogsrecht
In 2005 werd de wetenschappelijke kwaliteit van het Tijdschrift erkend toen het
een waardevolle wetenschappelijke « ranking » bekwam tijdens de evaluatie
van de Belgische Nederlands- en tweetalige juridische tijdschriften door de
Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en het bij de 22 beter geklasseerde
van de 68 gescreende juridische tijdschriften werd gerekend. Alles is echter
vatbaar voor verbetering en dus heeft de redactie van het Tijdschrift in 2006 een
aantal innovaties doorgevoerd om de kwaliteit en de ranking nog te verbeteren
in België en in de andere landen. Zo werd onder meer systematisch beroep
gedaan op “peer reviewers” voor de evaluatie van de ingediende teksten.
Op 1 januari 2007 zal de Heer Frederik Naert, attaché bij de Algemene
Directie Juridische Steun en Bemiddeling van de Belgische Defensie en als
doctorandus verbonden aan het Instituut voor Internationaal recht van de
KULeuven, thans directeur van het Documentatiecentrum van de Internationale
Vereniging voor Militair Recht en Oorlogsrecht, de nieuwe directeur worden
van het Tijdschrift.
De ondertekenende directeur zal in de hoedanigheid van Adjunct-Directeur
verder bijdragen tot de leiding van het Tijdschrift en zal de directie van het
Documentatiecentrum van de Internationale Vereniging voor Militair Recht en
Oorlogsrecht overnemen.
Wij danken u voor uw vertrouwen en hopen dat u het ons zal blijven schenken
in 2007 !